Deze informatie is (gedeeltelijk) overgenomen vanaf de website van www.Scwitch.be
-
Wettelijk verplicht
De wettelijk verplichte verzekeringen die je moet afsluiten:
• burgerlijke-aansprakelijkheidsverzekering voor vrijwilligers
• objectieve-aansprakelijkheidsverzekering voor brand en ontploffing. Voor elk gebouw dat de organisatie gebruikt en dat publiek toegankelijk is.
• arbeidsongevallenverzekering, als de organisatie personeel in dienst heeft
• autoverzekering, als de organisatie eigenaar is van één of meer auto’s
Er kunnen nog andere verzekeringen verplicht zijn afhankelijk van de activiteiten die je uitvoert en er zijn sterk aan te raden verzekeringen. -
Burgerlijke aansprakelijkheid vrijwilligers
Burgerlijke aansprakelijkheid (BA) betekent ‘aansprakelijkheid’ of verantwoordelijkheid met betrekking tot de vergoeding van de schade (dus niet het eventuele strafrechtelijke aspect).
Wanneer een medewerker (vrijwilliger, lid, deelnemer) van de VZW schade toebrengt aan een derde (iemand die niet betrokken is bij de werking van de VZW) dan wordt deze ‘fout’ automatisch beschouwd als een fout van de VZW zelf. De organisatie is dus in juridisch opzicht burgerlijk aansprakelijk, verantwoordelijk voor het vergoeden van de aangerichte schade.
Het gaat hierbij bijna altijd om materiële of lichamelijke schade, toegebracht door vrijwilligers (leden, medewerkers) aan derden (mensen die buiten de VZW staan). Er bestaan BA-polissen die stipuleren dat leden of medewerkers van de organisatie ten opzichte van elkaar als derden worden beschouwd. In dat geval dekt de polis ook de schade die vrijwilligers elkaar toebrengen. Vermits dat niet per definitie het geval is, kan het van belang zijn om zo’n uitgebreidere (maar natuurlijk
ook duurdere) polis in overweging te nemen. -
BA Bestuurder
Wanneer er zich een schadegeval voordoet en de VZW wordt aansprakelijk gesteld, kan het gebeuren dat de schade verhaald wordt, niet op de organisatie zelf (die misschien niet solvabel genoeg is), maar op de verantwoordelijken ervan, de bestuurders. Die kunnen dan persoonlijk aansprakelijk worden gesteld – ook als ze zelf niet rechtstreeks aan de basis van het schadegeval liggen, en ze alles in het werk hebben gesteld om het te vermijden (voorzorgsprincipe).
De VZW-wetgeving stelt wel dat de bestuurders geen enkele persoonlijke verplichting aangaan inzake de verbintenissen die de vereniging aangaat – er is in principe dus geen persoonlijke aansprakelijkheid – maar derden kunnen, bijvoorbeeld tengevolge van al dan niet vermeende bestuurs- of andere fouten, toch tegen een of meer bestuurders persoonlijk een schade-eis instellen.
Een verzekering BA-bestuurders kan dergelijke vervelende toestanden vermijden, als ze die ‘onrechtstreekse’ verantwoordelijkheid van de bestuurders gaat dekken.
Deze verzekering is met andere woorden onmisbaar in elke organisatie.
Wanneer de Algemene Vergadering van de VZW kwijting geeft aan de bestuurders, betekent dit dat de AV zijn goedkeuring hecht aan het gevoerde beleid, waardoor de vzw haar eigen bestuurders niet meer kan aansprakelijk stellen voor eventuele fouten (tenzij er bedrog, grote fout of herhaalde lichte fout in het geding is).
-
BA Objectieve aansprakelijkheid brand en ontploffing
Een verzekering die de soms enorme risico’s dekt die met een brand of ontploffing kunnen gepaard gaan. Het gaat om een objectieve-aansprakelijkheidsverzekering bij brand of ontploffing in een plaats die voor het publiek toegankelijk is, wat wil zeggen dat de slachtoffers niet moeten bewijzen dat de organisatie fouten maakte.
De verzekering moet worden afgesloten door degene die het gebouw exploiteert. Soms, wanneer je bijvoorbeeld een gebouw van de gemeente betrekt, heeft die al zo’n verzekering genomen.
Soms legt de huurovereenkomst dit op aan de huurder-organisatie. Het is dus van groot belang dat je nagaat of dit risico voldoende is gedekt door je verzekering.
Dit is een verplichte verzekering wanneer de VZW gebouwen gebruikt (huurt, leaset, in eigendom heeft) die toegankelijk zijn voor leden, medewerkers en/of publiek, of wanneer ze activiteiten ontplooit in de publieke ruimte waarbij mogelijk brand- en ontploffingsgevaar is.
-
Rechtsbijstand
Nuttige verzekering ingeval je organisatie gedagvaard wordt in een juridisch geschil, of wanneer je als VZW zelf een geding wilt aanspannen tegen een partij die de organisatie ernstig nadeel heeft berokkend. Deze polis kan bijstand bieden bij rechtszaken over bijvoorbeeld arbeidsrecht, verkeerszaken en fiscale procedures inzake btw en vennootschapsbelasting, en dus inzake zowel
burgerlijke als strafrechtelijke aansprakelijkheid en contractuele geschillen.
Een rechtsbijstandpolis dekt de gerechtskosten en honoraria van advocaten.
Niet verplicht maar sterk aan te raden dus. -
Gewone brandverzekering
In principe is dit hetzelfde type verzekering als die die elke huurder of eigenaar van een woning afsluit om de schade door brand (en meestal ook stormschade, glasbreuk enz.) te dekken De brandverzekering dekt zowel schade aan het gebouw zelf, als aan de inboedel ervan.
Ook als organisatie sluit je, naast de hoger vermelde objectieve-aansprakelijkheidsverzekering, best ook een brandverzekering af voor de gebouwen die je huurt, leaset en/of in eigendom hebt.
Juridisch is er geen verplichting dienaangaande, maar het is duidelijk dat deze verzekering gewoon moet. In vele gevallen verplicht de eigenaar of verhuurder het trouwens. -
Afstand van verhaal
Organisaties laten soms hun gebouw dat ze in eigendom hebben of huren, al dan niet tegen vergoeding gebruiken door andere organisaties, de vergaderzaal of polyvalente ruimte bijvoorbeeld. In dergelijke gevallen is het meer dan aangewezen om in de brandpolis een clausule van ‘afstand van verhaal’ op te laten nemen. Die houdt in dat de derde nooit zal opdraaien voor de brandschade die hij eventueel aanricht, maar dat de verzekering van de eigenaar of huurder
toch tussenkomt.
Wanneer je organisatie dus – occasioneel of regelmatig – lokalen of (gedeelten van) gebouwen ter beschikking stelt van andere organisaties is de clausule ‘afstand van verhaal’ met andere woorden onontbeerlijk. Die clausule verzwaart de premiekosten behoorlijk – het lijkt dan ook terecht om minstens die kosten door te rekenen op je ‘onderhuurders’.
Omgekeerd zou het kunnen dat de gemeente waarvan je organisatie lokalen huurt, zelf instaat voor de brandverzekering ervan. In dat geval moet je nagaan of de gemeente zo’n afstand van verhaal in haar polis heeft opgenomen, zodat je organisatie gevrijwaard blijft van schadeclaims.
-
Autoverzekering
Als de organisatie een auto aanschaft, moet ze, net als particulieren, een verplichte
autoverzekering afsluiten. Dat kan een omniumverzekering zijn of beperkt blijven tot de wettelijk verplichte BA-verzekering die elke eigenaar van een ‘gemotoriseerd voertuig’ moet afsluiten. In het laatste geval is natuurlijk alleen de schade gedekt die bij een ongeval wordt toegebracht aan derden.
Als je organisatie over een (mini)bus beschikt voor personenvervoer, moet je nagaan of de verzekering bijzondere voorwaarden stelt bij het gebruik ervan, bijvoorbeeld dat de chauffeur een bepaald rijbewijs of medische keuring moet hebben.
- **Verplaatsingen in opdracht **
Meestal gebruiken medewerkers hun eigen verplaatsingsmiddel voor verplaatsingen in opdracht van de organisatie. Daarvoor kun je een polis ‘Verplaatsingen in opdracht’ afsluiten, waarbij de auto en (motor)fiets van leden en medewerkers verzekerd zijn bij ongevallen bij het uitvoeren van hun opdracht.
Het gaat hierbij meestal om een omniumverzekering die tussenkomt na de eigen verzekering van de eigenaar van het voertuig. Zo’n polis kan een welkome aanvulling zijn voor leden die hun auto niet omnium verzekerden en dus de eigen schade niet gedekt zien als ze aansprakelijk zijn voor het ongeval.
Opgelet: deze polis dekt niet standaard het woon-werkverkeer, het traject dat de medewerker aflegt van thuis naar de plaats van de activiteit.
-
Arbeidsongevallen
Een verplichte verzekering wanneer de organisatie personeel in dienst heeft met een arbeidscontract. De polis dekt alle lichamelijke letsels die een personeelslid oploopt tijdens de uitoefening van zijn job en tijdens trajecten van huis naar het werk. Enkel lichamelijke schade is gedekt – schade aan de auto of fiets valt er niet onder, aan kledij of bril en dergelijke evenmin.
De polis arbeidsongevallen dekt ook het loonverlies voor de werknemer. -
**Lichamelijke ongevallen vrijwilligers **
Wanneer een onbezoldigd medewerker tijdens zijn werk als vrijwilliger een ongeval heeft, is hij voor wat de lichamelijke schade betreft aangewezen op de gewone tussenkomst van het ziekenfonds. Het remgeld is dan in principe volledig voor zijn rekening. Dat kan in bepaalde gevallen hoog oplopen. Als die vrijwilliger bovendien zelfstandige of werknemer is, kan hij door het loonverlies heel wat nadeel ondervinden wanneer hij voor langere tijd arbeidsongeschikt is.
In al deze gevallen biedt de polis ‘Lichamelijke Ongevallen Vrijwilligers’ uitkomst. Hij werkt zoals een arbeidsongevallenpolis voor werknemers: het ongeval brengt geen kosten mee voor de vrijwilliger en veroorzaakt geen loonverlies.
-
**Verzekering voor materiaal **
Informatica, foto-, video, audiomateriaal, instrumenten, fietsen, ……
Sommige organisaties werken met veel en kostbaar materiaal, al dan niet eigendom van de medewerkers of de organisatie. Alle specifieke werkingsmiddelen kunnen via aangepaste polissen worden verzekerd tegen schade die opgelopen wordt tijdens activiteiten van de organisatie. Dat kan gaan om een permanente dekking of een tijdelijke dekking. -
diefstal
Een specifieke vorm van materiaalverzekering, waarbij de inboedel van het gebouw van de organisatie wordt verzekerd tegen diefstal en inbraak. -
Annulatieverzekering bij evenementen
Soms werken organisaties behoorlijk lang naar een bepaald evenement toe, maar gebeurt er iets waardoor het niet kan doorgaan. Dat kan de organisatie financieel in problemen brengen. Een annulatieverzekering dekt onvoorziene omstandigheden.
verzeker-je-goed (2).pdf (111,3 KB)